Publicatiedatum: 19-05-2022

Tekst: Michiel Elands
Foto: HAS Hogeschool

 In AgroProeftuin de Peel is experimenteerruimte om de ideeën van de kringlooplandbouw in praktijk te brengen. Op deze 35 hectare landbouwgrond in Noordoost-Brabant wordt werk gemaakt van natuurontwikkeling, energieneutrale agrarische productie, bodemgezondheid en alternatieve eiwitproductie.

Het eerste praktijkproject vanuit het nieuwe HAS-lectoraat Voedselproductie in een circulaire economie draait om het meten van nitraatuitspoeling op de zuidoostelijke zandgronden en de vraag welke gereedschappen daarvoor in aanmerking komen. “Meten is nodig om inzichtelijk te kunnen maken wat de milieu-impact op een boerenbedrijf én om de agrarisch ondernemers te laten zien welke maatregelen op hun bedrijf ook het gewenste effect hebben om die impact zo klein mogelijk te maken”, zegt de in september aangestelde lector Rob Bakker. 

 Rob Bakker

Samenwerking is er vanuit het lectoraat ook in het Delta Agrifood Business centrum in  Zuidwestelijke Delta waar onderwijsinstellingen, gemeentes en provincies Brabant, Zeeland en Zuid-Holland samenwerken met de agrifoodsector op thema’s als veiligheid, economie en ecologie. Bakker: “Daar zoeken we naar gewassen die geschikt zijn om plantaardige eiwitten te leveren als vervanger van veevoer op basis van eiwitten die in het buitenland zijn geproduceerd.”

De derde partij die aanhaakt, is FoodTech Brainport in Helmond. Daar richten technologiebedrijven, voedselverwerkers en onderzoeks- en onderwijsinstellingen zich op innovatieve en duurzame voedselverwerking en het tegengaan van voedselverspilling. “Grote bedrijven hebben een aardig beeld van de milieu-impact van de voedselverwerking, van de inzet van reststromen en het tegengaan van verspilling”, weet de lector. “Maar voor de vele mkb-bedrijven is dat in de praktijk nog een stuk lastiger, mede omdat ze vaak snel moeten leveren wat hun klanten willen hebben en geen mogelijkheid hebben om reststromen duurzaam in te zetten. We zoeken naar oplossingen om juist bij deze partijen verspilling tegen te gaan.”

Het lijkt een heel breed georiënteerd lectoraat. Ervaart u dat ook zo?

“Ja, de uitdagingen richting kringlooplandbouw zijn ook heel breed. Het gaat om de terreinen duurzame voedselproductie, circulaire voedselverwerking en het tegengaan van verspilling in de hele keten. We hebben het dus over de veehouderij, de tuinbouw en tal van bedrijven in de keten. We haken met het lectoraat aan bij onze collega’s in het onderzoek en onderwijs op het gebied van kringlooplandbouw, maar ook met de HAS-lectoraten rondom natuurinclusief ondernemen, toekomstige voedselsystemen, eiwittransitie en alle ontwikkelingen in de veehouderij en tuinbouw richting circulariteit.”

De term voedseltransitie komt regelmatig op tafel. Is die al gaande?

“Dat denk ik wel. De wereld verandert snel; energie- en voedselprijzen staan onder druk. Daarnaast hebben retailers steeds meer aandacht voor de milieu-impact, ze willen dat in beeld hebben. Ook consumenten maken steeds bewustere keuzes en hebben oog voor voedselverspilling. Bij studenten zien we ook de toenemende belangstelling voor duurzaamheid en milieu. Vanuit het lectoraat proberen we natuurlijk de kennis weer terug te brengen naar het reguliere onderwijsprogramma. Ik vind het zelf als jurylid ook leuk om te zien wat studenten voor oplossingen bedenken tijdens de HAS Food Experience, zoals een verpakking om het laatste restje mayonaise beter uit een tube te krijgen of koffiedrab gebruiken om chocolade van te maken. We hebben voor studenten ook de minor ontwikkeld Innovating agri-food production systems, waarbij de transformatie van de voedselproductie naar een circulair en duurzaam en een goed verdienmodel voor de producent centraal staan.”

"De kracht van het Coe Groen is elkaar versterken binnen de lectoraten op het gebied van kringlooplandbouw, maar ook de verbinding leggen met het mbo"

Waarom is het meten van de milieu-impact op bedrijfsniveau zo belangrijk?

“Het geeft boeren en tuinders ook de mogelijkheid om beter beloond te worden voor de inspanningen die ze leveren. We zoeken vooral naar generieke oplossingen om circulair voedsel te produceren, maar die kunnen per bedrijfsvoering, per bodemsoort of per gewas juist weer verschillen en daar wil je op kunnen sturen. Circulariteit gaat dus ook over regiospecifieke oplossingen en binnen die regio zijn weer tal van verschillende voedselproducenten actief. Dat maakt circulaire voedselproductie ook zo complex.”

Wat is de rol van Groenpact en het CoE Groen in het bijzonder?

“Elkaar versterken binnen de lectoraten op het gebied van kringlooplandbouw, maar ook de verbinding leggen met het mbo. Wij richten ons als relatief kleine agrarische hogeschool bijvoorbeeld op voedselverspilling bij de verwerking van zuivel. Dan kan een andere onderwijsinstelling, zoals Aeres Hogeschool, juist focussen op onderzoek in de akkerbouw, zoals de verwerking van groente en aardappelen. Ook een deel van de samenwerking met Wageningen University & Research loopt via CoE Groen.”

U heeft weleens gezegd: over duurzaamheid wordt te veel gepraat en er wordt te weinig gedaan.

“Dat vind ik nog steeds, met name op het gebied van duurzame energie. Als Nederland zijn we nog steeds een van de slechtste leerlingen van de klas, terwijl we vooroplopen met onze kennis over bijvoorbeeld de inzet van biomassa. De rode draad in mijn werk is om in de praktijk concreet aan de slag te gaan. Natuurlijk: rapporteren blijft belangrijk, maar resultaten heb je pas in het veld of in een bedrijf. Daar ligt volgens mij de kracht van praktijkgericht onderzoek.”

Hoe ziet u de toekomst van kringlooplandbouw?

“Zelf spreek ik liever van een circulaire landbouw waarin ik veel ruimte zie voor eiwitvervangers in veevoer, strokenteelt in de tuin- en akkerbouw, de inzet van kunstmestvervangers en precisielandbouw om met minimale middelen te kunnen produceren. Je ziet dat de landbouw de visie van de kringloop steeds meer omarmt, maar het kan ook een bedreiging zijn voor type bedrijven voor wie de principes niet direct passen. Ik denk dan ook persoonlijk dat nog heel veel winst te behalen is met minder vleesconsumptie en bewust lokaal geproduceerd voedsel kopen. Ook innovaties in de keten kunnen een bijdrage leveren, zoals de inzet van data en in de productie van goede melk- en vleesvervangers door fermentatie.”

Wie is Rob Bakker?

Rob Bakker (57) is sinds 1 september lector van het nieuwe lectoraat Voedselproductie in een circulaire economie bij HAS Hogeschool. Het is een van de drie lectoraten die het ministerie van LNV financiert om de transitie naar kringlooplandbouw te versnellen. Het nieuwe lectoraat is een vervolg op het eerdere HAS-lectoraat 'Duurzaam produceren in de agrifoodsector'.

>> lees ook: Nieuw lectoraat onderzoekt de weg naar kringlooplandbouw, een interview met Rik Eweg van Hogeschool Van Hall Larenstein. 

Bakkers benoeming volgt op een loopbaan als onderzoeker en docent op het gebied van duurzaamheid, milieukunde, bio-economy en circulariteit bij zowel HAS Hogeschool en als onderzoeker aan Wageningen University & Research met name op het gebied van reststromen. Hij heeft in Wageningen Agrotechnologie (Landbouwtechniek) gestudeerd.

 

Meer lezen?

Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.

Meer lezen?

Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.

Terug naar boven