Publicatiedatum: 11-10-2021

Tekst en fotografie: Ton van den Born & Shutterstock

Esther Veen (40) is in juli 2021 gestart met het lectoraat Stedelijke Voedselvraagstukken bij Aeres Hogeschool Almere. Ze is nog aan het verkennen, contacten leggen, oriënteren. “En intussen geef ik af en toe een college, zijn er projecten die nog doorlopen en nieuwe projecten waar ik bij betrokken word.”

Wie is Esther Veen?
“Ik kom uit noordoost-Groningen, uit wat nu aardbevingsgebied is. Ik wilde iets met ontwikkelingswerk en ben daarvoor naar Wageningen gegaan. Maar daar ben ik eigenlijk vooral veel bezig geweest met multifunctionele landbouw. Ik ben bijvoorbeeld op uitwisseling geweest naar de universiteiten van Cardiff en Pisa, waar op dat gebied ook veel gebeurt. Na een stage in India en een afstudeeronderzoek in Suriname ben ik uiteindelijk afgestudeerd in ontwikkelingssociologie.”

 

Waar kwam u na afstuderen?
“Ik begon in 2007 als consultant bij een ngo-adviesbureau in Amsterdam, en in 2009 kwam ik in Lelystad bij Wageningen Plant Research. Daar was toen veel aandacht voor stadslandbouw. Ik deed er promotieonderzoek naar buurtmoestuinen in Nederland. Bevorderen die de sociale cohesie in de buurt en zijn dit de alternative food networks waar in de literatuur over gesproken wordt? Vaak blijkt het doel van zo’n buurtmoestuin echter niet zozeer om productie te krijgen, maar eerder om iets leuks met elkaar te doen. Uiteindelijk ben ik in 2015 gepromoveerd en kwam ik als universitair docent bij de Wageningse leerstoelgroep Rurale Sociologie.”

En vervolgens kwam Aeres in zicht. Waar gaat het om in het lectoraat?
“Er gebeurt hier veel op het gebied van voedsel en de stad. Mijn collega Dinand Ekkel is volop bezig met de groene stad en gezondheid. Ik ben vooral geïnteresseerd in de consument, of beter: de eter, want consument vind ik niet zo mooi. Hoe kun je zorgen dat mensen anders gaan eten, dat ze ‘betere’ keuzes maken? En dat die keuzes dan ook bij ze passen? Mensen zijn natuurlijk geen robots die je kunt programmeren.”

"In hoeverre zijn mensen niet alleen consument, maar ook betrokken bij het voedselproces?"

 Waarom past het woord ‘consument’ niet?
“Dan gaat het al heel snel over het economische aspect. Ik wil het graag hebben over mensen die eten. Het woord klinkt ook nogal passief. En je zet de consument haast vanzelf tegenover de producent. Maar misschien kun je het meer in elkaar over laten lopen; mensen consumeren niet alleen, maar plukken bijvoorbeeld ook, en ze koken. Ik heb bijvoorbeeld met collega’s onderzoek gedaan naar prosumentisme, een samentrekking van producent en consument. In hoeverre zijn mensen niet alleen consument, maar ook betrokken bij het voedselproces? Dat kan breed zijn of heel smal, maar het is interessant om te weten: wat doen mensen zelf?”

Wat zag u dan?
“Ongeveer tweederde van de respondenten deed wel iets. Dat liep uiteen van heel beperkt, een basilicumplantje op het balkon, tot tomaten in de volkstuin en deelname in oogstcollectieven. Terwijl er altijd wordt gezegd dat stadsmensen zo ver van voedselproductie afstaan. Misschien valt dat dus wel mee. Interessant ook om te zien dat mensen hierin niet zozeer gemotiveerd werden door duurzaamheid en gezondheid, maar vooral door plezier. Bijvoorbeeld het plezier dat ze ontlenen aan zelf amandelspijs maken, wijn, chutney, vlierbessensiroop, jam of honing. En misschien leidt dat plezier dan tot meer gezondheid.”

Nu richt u zich vooral op Almere?
“Ja, het lectoraat valt ook onder kennisplatform Flevo Campus, waar ook Aeres onderdeel van is. Dat platform is bezig met voedselvraagstukken in Almere. Hoe kun je met mensen hier een voedseltransitie realiseren? Duurzaam, gezond, korte ketens, minder vlees. Behalve met dat platform werk ik samen met andere lectoren die zich bezighouden met voedsel en gezondheid en hoop ik met Wageningen samen te werken. Verder is hier net de master Food Systems Innovation gestart. Dat past heel goed bij het lectoraat. Studenten zouden bij mij een afstudeeronderzoek kunnen doen.”

Wat ziet u hier in de stad?
“Almere is een heel gemiddelde stad, working class. Kijk, je ziet in de literatuur dat voor alternative food networks eerder beter gesitueerden gemotiveerd raken. Maar dat is dan weer niet het geval bij volkstuinen, waar sommige mensen ontzettend veel van eten – met potentieel grote duurzaamheids- en gezondheidseffecten. Het is dus niet goed om te snel hokjes te plaatsen. Aan de andere kant zie je dat obesitas een groter probleem is bij mensen die minder te besteden hebben. Mensen met financiële stress zijn minder bezig met gezondheid. Misschien moet je dan als overheid vooral proberen om die financiële stress bij mensen te verlagen, waardoor hun gezondheid mogelijk vanzelf beter wordt. Verder is het interessant om te kijken naar andere voedselculturen. Kun je hier bijvoorbeeld Surinaamse groenten kweken? Dan moet je echt in gesprek met eters, over hoe die groenten moeten smaken en eruit moeten zien. Het lijkt me ook leuk om verschillende generaties over voeding te laten reflecteren. Bijvoorbeeld terwijl ouders en kinderen samen koken.”

"Mensen worden bij keuze voor voedsel niet zozeer gemotiveerd werden door duurzaamheid en gezondheid, maar vooral door plezier"

Wat zouden verder vraagstukken kunnen zijn hier?
“Bijvoorbeeld, hoe kan je de toegankelijkheid van gezond voedsel voor de Almeerse bevolking vergroten, hoe kun je vegetarisme normaliseren zodat er met meer acceptatie naar wordt gekeken en hoe beïnvloeden voedselculturen elkaar? Je ziet dat er eerder verschuivingen zijn geweest, bijvoorbeeld in de waardering voor voorverpakte pakjes en zakjes en voor McDonalds. Er kan meer verschuiven. Ik moet mijn niche nog vinden voor het lectoraat, maar dit zijn wel interessante vraagstukken.”

Meer lezen?

Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.

Meer lezen?

Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.

Terug naar boven