Publicatiedatum: 8-12-2020

Tekst Ton van den Born
Foto’s Biobased Greenport West-Holland / Willem Kemmers

“Het onderwijs zou eigenlijk nu moeten leren wat over vier jaar, zodra studenten afstuderen, de norm is.” Dat zegt Willem Kemmers, consultant duurzame innovaties. Hij ziet bij veel ondernemers aandacht voor een meer duurzame aanpak, maar vindt dat het onderwijs nog achterblijft. “Ik heb bij Hogeschool Inholland gezien hoe verdraaid lastig het is om het curriculum aan te passen.”

'Biobased producten lijken soms duurder, maar hebben geen verborgen kosten'

Van hoe die norm er over vier jaar uit zou moeten zien, in een economie die andere grondstoffen gebruikt en een maatschappij waar er anders naar productie en afval wordt gekeken, heeft Kemmers een duidelijk beeld. “Het ultieme doel is dat we alle waarde die in biomassa zit, benutten. Geen afval meer. Dat is van belang vanuit economisch, ecologisch en sociaal-maatschappelijk oogpunt. En het past in de biobased aanpak, namelijk dat we de grondstoffen voor alle producten op basis van aardolie vervangen door plantmateriaal.”

Willem KemmersWillem Kemmers

Perspectief ondernemer

Kemmers is opgegroeid in de agrarische wereld en sinds vier jaar werkzaam bij Biobased Greenport West-Holland in Zoetermeer. Dat is een netwerkorganisatie waar overheden, bedrijven, onderwijs en maatschappelijke organisaties werken aan vernieuwing van de tuinbouw. Zoals het beter benutten van het plantmateriaal.

“We zitten daarin op twee sporen”, legt hij uit. “Het ene is dat we plantaardige reststromen zo hoog mogelijk willen verwaarden. Meer in elk geval dan compost, dat nu vaak de norm is. We helpen ondernemers om hun ideeën daarover in praktijk te brengen.”

“Het andere gaat over verwerking van plantaardige stoffen voor gezondheid en natuurgeneeskunde, inzet als natuurlijke gewasbescherming of de vervanging van producten die voorheen uit aardolie werden geproduceerd.” Plastic, verf, bouwmaterialen bijvoorbeeld.

“We benaderen het dan steeds vanuit het perspectief van de ondernemer. Wat levert het op? Welke nieuwe verdienmodellen zitten er in de circulair-systeemgedachte?”   

Inspiratie

Kemmers laat zich inspireren door mensen zoals Wubbo Ockels, de in 2014 overleden ruimtevaarder die ook hoogleraar Aerospace for Sustainable Science and Technology was. “Hij had een heldere kijk op het ruimteschip Aarde.”

Ook Jan Rotmans, transitieprofessor, en Jan Jonker, oud-hoogleraar duurzaam ondernemen aan de Radboud Universiteit Nijmegen, zijn mensen die, zoals Kemmers zegt, “duidelijk maken dat we in een veranderende maatschappij leven en dat we anders moeten kijken naar werken, ondernemen, wonen en alles.”

‘Het ultieme doel is dat we alle waarde die in biomassa zit, benutten’

Hij bewondert verder het donutmodel van Kate Raworth. Dat model meet economische welvaart en sociaal welbevinden af aan ecologische grenzen. “Een heel goed model waar alles inzit wat ik belangrijk vind, maar het is niet het enige. Er zijn meer modellen die helpen om de discussie over de duurzaamheidstransitie scherper te maken.”

Praktijkvoorbeelden

Het Biobased Greenport wil laten zien dat een tuinbouwbedrijf niet enkel één product levert, zoals paprika’s of tomaten, maar dat er ook bijproducten zijn. Bijvoorbeeld stengels en bladeren die waarde hebben. En dat je tomaten als de prijzen laag zijn, niet per se hoeft te dumpen, maar ze op een andere manier kunt verwerken, gedroogd bijvoorbeeld. Kemmers: “Je kunt uit tomatenstengels vezels halen voor verwerking tot plantaardig leer of textiel. Voor tassen, kleding of interieur. En snippers van gedroogde stengels zijn te verwerken tot papier.”

Er is ook een project over thee. Het belang daarvan is dat er ook naar andere toepassingen wordt gezocht voor gewassen. “Vier telers hebben gezocht naar een nieuw product van de combinatie van hun gewassen: laurier, basilicum, bromelia en curryblad”, vertelt Kemmers. “Ze hebben met behulp van een theesommelier een melange ontwikkeld. In onderzoek van Wageningen UR is de bloedsuikerspiegelverlagende werking aangetoond en op 1 september is de thee gelanceerd. Te koop via de website. Dat loopt zo goed dat ze nu nadenken over een tweede theesoort.”

Tomaten en thee zijn twee voorbeelden, maar er zijn er veel meer. Niet alleen in de tuinbouw, niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. Op bioboost-platform.com zie je 81 initiatieven (stand van november 2020), vooralsnog grotendeels uit Nederland, Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk. Bijvoorbeeld tulpenbollen als grondstof voor cosmetica, duurzame kweek van meelwormen, hardloopschoenen van planten of vegetarische witlofkroketten. Er is zelfs een soort van Marktplaats gelanceerd om voedselverspilling tegen te gaan. Geen wild idee meer, want voedselmarkt.nl zit al in de ‘commerciële fase’.  

Gastcolleges

Bij al dit soort initiatieven speelt het onderwijs een grote rol, denkt Kemmers. Hij gaf tot begin dit jaar geregeld gastcolleges over de biobased aanpak, achtergronden daarvan en de ideeën over een betere benutting van plantmateriaal in  de tuinbouw. “Ik hoop studenten aan het denken te zetten. Reacties liepen uiteen van de student die wegliep terwijl hij zei: ‘Wat een onzin!’, tot groot enthousiasme bij andere studenten. Het viel me wel op dat het vaak juist beter landt bij niet-groene opleidingen, bijvoorbeeld chemische opleidingen. Die zien de kansen.”

Een signaal dat de groene opleidingen ter harte kunnen nemen. 

'Hoe komt het dat er bij veel studenten van groen mbo en hbo twijfel lijkt te zijn over de mogelijkheden en de urgentie van een circulaire economie?'

 Kemmers begeleidt ook studentengroepjes die bijvoorbeeld met de marketing voor een nieuw biobased product bezig zijn of de haalbaarheid ervan doorrekenen. “Ik heb pas nog contact gehad met een groep van de opleiding Communicatie van Inholland Den Haag. Ze kwamen met de vraag hoe ze tuinbouwreststromen onder de aandacht van het brede publiek konden brengen.”

In de boodschap naar dat brede publiek, naar burgers en consumenten, zou waarde essentieel kunnen zijn. “Wees je je ervan bewust dat de prijs die je aan de kassa bepaalt vaak niet de echte prijs is”, zegt hij. “Biobased producten lijken soms duurder, maar veel niet-duurzame producten hebben verborgen kosten.” Denk bijvoorbeeld aan watergebruik en verontreiniging bij productie en de milieubelasting als de producten worden afgedankt.  

De boodschap van Willem Kemmers naar de groene opleidingen zou dan zijn: “Beste mensen, realiseer je dat de biobased economy je fantastische mogelijkheden biedt en dat er voor meervoudig verwaarden van plantaardige productie echt economische kansen liggen.”

Links

Biobased Greenport West-Holland 

Internationaal platform voor biobased ideeën

Marktplaats tegen voedselverspilling

Verspillingsfabriek

Verschillende plantaardige reststromen 

Meer lezen?

Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.

Dit groene verhaal is
mede mogelijk gemaakt door:

Biobased Greenport West-Holland

Meer lezen?

Abonneer je dan op onze Nieuwsbrief. Je ontvangt elke maand een selectie van de nieuwste ‘Groen in Actie’ verhalen, nieuws en events.

Terug naar boven